Rugbyclub Spakenburg heeft Fernando Rijswijk weten te strikken als jeugdtrainer/-coördinator. De 46-jarige Rijswijk ademt enthousiasme en heeft de drive en ambitie om bij RCS iets moois neer te zetten. Hij omschrijft Rugbyclub Spakenburg als een fijne, warme club. ,,Het is één grote familie. De deur van het clubhuis staat letterlijk en figuurlijk voor iedereen open. Ik wil de ambitie die Rikkert de Jong als voorzitter heeft uitgesproken graag gestalte geven. RCS moet uitgedragen worden als een club waar gerugbyd wordt, maar die daarnaast ook een plek is waar iedereen welkom en veilig is en zich kan ontwikkelen.’’
Fernando, geboren in Brazilië en woonachtig in Amersfoort, is altijd vrij sportief geweest. Hij heeft gevoetbald (bij ARC in Alphen aan den Rijn), speelde honkbal en rugby (dit doet hij nu nog bij RCS) en was ook een verdienstelijk hardloper. Op zijn zestiende stapte hij de atletiekwereld binnen en drie maanden later liep hij de 200 meter op het NK. Hij werd verrassend derde op die afstand.
In het dagelijks leven is hij op diverse vlakken actief. Zo doet hij onder meer slaapdiensten bij Kwintes (psychiatrie) in Amersfoort, is hij actief in de Harde Leerschool, waar Rikkert de Jong vorige week al iets meer over vertelde in deze krant, en werkt hij bij ICZ Cura in Rotterdam met verstandelijk beperkte mensen en forensische cliënten. Daar coacht hij een team met als doel dat beter te laten functioneren. Fernando was enkele jaren geleden samen met Thom Kempe al eens trainer/coach bij RCS en zette een jeugdafdeling op. Daar kwam echter de klad in. Kortgeleden benaderde Rikkert de Jong hem echter om dat weer op te pakken. Het idee is een bloeiende jeugdafdeling op te zetten bij Rugbyclub Spakenburg, waarbij de club zelfs meer biedt dan rugby alleen.
Coach
Fernando, die aan woorden geen gebrek heeft, steekt enthousiast van wal. ,,Je ziet vaak dat alleen het eerste team en hoogste jeugdteams veel aandacht krijgen binnen een club. Ze zijn daarbij de voetballer/atleet aan het trainen. Maar dat is slechts een stukje. Ik wil dat de hele mens getraind wordt. Elk kind krijgt daarbij een coach in én naast het veld. We gaan de totale mens aandacht geven. Kinderen worden vaak afgerekend op prestaties; in de sport, maar ook op school. Maar hier gaan we ervoor zorgen dat ze zich mogen ontwikkelen als wie ze zijn. Niet alleen op sportief gebied. In de toekomst – als het gaat lopen- willen we er ook voor zorgen dat ze hier elke dag terechtkunnen.’’
Bij RCS wil men de kinderen graag laten zien dat ze gezien worden om wat ze wel hebben en niet om wat ze niet hebben. .,Die way of life willen we uitdragen als club. De rugbywereld is een grote familie. RCS wordt omschreven als een club met karakter. Ik zou daar graag aan
willen toevoegen: Een club met een sociaal karakter.’’
Fernando is al begonnen op de woensdagavonden. Er waren twintig kinderen aanwezig tijdens de eerste drie avonden. Het is de bedoeling dat dinsdag- en donderdagavond de trainingsavonden worden.
Elke dag
,,Onze droom is dat het clubhuis elke dag open is en dat kinderen hier terechtkunnen, hun huiswerk kunnen maken, gaan koken, trainen of wat dan ook. We willen ze allerlei vaardigheden leren. We willen een zeer positieve vibe creëren. Misschien kun je niet goed rugbyen, maar wel goed koken en dat wordt dan jouw talent. Of je helpt iemand die niet goed is in wiskunde en jij wel, met zijn huiswerk. Weg met dat negativisme. Het zelfbeeld van kinderen/jeugd, die wat minder talent hebben, willen we opkrikken. Iedereen mag er zijn. En we doen het met elkaar. We willen het totaalplatje laten zien.
Kinderen/jeugdigen krijgen een coach in en naast het veld. De coach naast het veld is er als je met dingen zit en die in vertrouwen wilt bespreken. Je vriendinnetje maakt het uit, je oma overlijdt, je ouders liggen in een scheiding. Zeker in de puberteit kan dat belangrijk zijn. Ze kunnen altijd terecht bij hun coach. Die coach naast het veld is er voor hen. Komen de coaches er in bepaalde situaties niet uit, dan komen zij bij mij terecht en als er professionele hulp nodig is, verwijs ik kinderen in overleg met de ouders door naar een hulpverlener. Het kind als mens staat altijd voorop bij RCS, ongeacht zijn talent als rugbyer. Ik leer de jeugdtrainers bij RCS hoe ze moeten trainen en daarnaast leer ik ze als hulpverlener ook hoe ze buiten het veld iemand kunnen coachen. Ik laat zien hoe je een relatie krijgt met iemand, hoe je connectie maakt met elkaar. En ook hoe je continuïteit krijgt in die relatie. Dat is zo belangrijk. Trainers zagen mij vroeger als een sprintkanon, maar niet – ik ben geadopteerd – waar soms mijn frustraties en emotie vandaan kwamen.’’
Groeien
Fernando benadrukt dat een gesprek met een trainer, app-contact met hem of door dingen in de groep te bespreken als dat nodig blijkt te zijn, kinderen en jeugdigen heel veel kan helpen. ,,Naast het rugby moeten ze ook als mens gaan groeien. Dat is de insteek van RCS. Op sportief gebied kunnen de jeugdleden ook een atlektiektraining, een motoriek- of coördinatietraining volgen of zelfs een bootcamp doen. Ze kunnen dus ook andere vaardigheden trainen. Daar is alle ruimte voor. Ze moeten gewoon lekker bezig zijn, weg van die iPad.’’
Bij de Harde Leerschool zitten de deelnemers samen in the brotherhood. ,,Rugby is een way of life. We leren de jongens in the brotherhood dat ze voor elkaar zorgen en er voor elkaar zijn. Je maakt elkaar sterker. Als iemand valt, til je hem op. Je doet alles samen, waardoor je sámen sterker wordt. Dat wil ik bij RCS ook laten zien.’’
(Bron: de Bunschoter) (Foto: ByMike Fotografie)