Gulheid wordt RFC Gouda bijna fataal tegen Spakenburg.
Een groter contrast is nagenoeg onvoorstelbaar. Terwijl minder dan 100 meter verderop de voetballers van het totaal onbekende Eemdijk een conflict met vliegende stoelen en stokken beslechtte, kwamen de rugbyploegen van Spakenburg en Gouda overeen om twee Gouwenaars tijdelijk in het Spakenburgs lichtblauw te laten spelen om toch enigszins een normale competitiewedstrijd af te werken. In hun eerste thuiswedstrijd bleek Spakenburg met slechts 12 spelers niet in staat een volwaardig team op te stellen (wat overigens best verontrustend is), dus werd er gevraagd of Gouda bereid was 2 wisselspelers uit te lenen, en zo geschiedde.
Terwijl Hans van der Poel en Harry Wanningen zich nog stonden voor te stellen aan hun nieuwe vrienden was het Dries van Jaarsveld die een break van Marcello Melpignano keurig afrondde en de score binnen 20 seconden opende. Trainen op conversies bleek zijn vruchten af te werpen want in tegenstelling tot vorige week, had Niels Ansinger het vizier nu wel op orde: 7-0. Ondanks het op het oog bijeengeraapte team van Spakenburg bleken de bakkers van Oma’s Cake wel degelijk te kunnen rugbyen. Met een aantal welgeplaatste kicks en een aantal spurts van voornamelijk driekwarters kon Spakenburg halverwege de eerste helft de stand gelijk trekken tot 7-7. Sterker nog, door eerlijk gezegd ronduit slap verdedigen kon Spakenburg zelfs brutaal een voorsprong van 12-7 nemen, wellicht tot hun eigen verassing. De Goudse rugbyers hadden de zaken niet voor elkaar want van enige gestructureerde aanvalsopbouw was eigenlijk geen sprake. De meeste
aanvallen hadden het karakter van: We doen iets en we zien wel waar het schip strand. Zo was het bijvoorbeeld de later helaas uitgevallen Roland Boudewijn die opeens achter de Spakenburgse defensie een gat creeerde en zo de latere man-of-the-match Roger van Dijk zijn eerste try van het jaar op prachtige wijze op een dienblad aangaf. Rust: 14-12.
Na rust werden er, ondanks de kleine marge, toch weer twee andere Gouwenaars uitgeleend en zeker niet de minste want Dennis Both en Barbaros Yaras waren zo vriendelijk om het op te nemen tegen hun eigen maatjes. Ondanks de wind tegen was RFC Gouda iets geconcentreerder dan in de eerste 40 minuten want in de problemen kwam men eigenlijk niet. De druk werd ongeveer 15 minuten voor tijd eigenlijk volledig weggenomen toen Niels Ansinger de derde Goudse try drukte: 21-12. Helaas was de vreugde van korte duur. Binnen twee minuten brachten de beroemde vishandelaren de marge terug tot twee punten door, net als in de eerste helft, te laten zien dat met een spaarzame driekwart aanval veel resultaat behaald kan worden: 21-19. RFC Gouda mikte enigszins krampachtig nog een keer vergeefs op de palen om de marge iets te vergroten, maar menig Gouwenaar was pas echt opgelucht toen John Clever heel leep vanuit een bijna onmogelijk hoek zijn eerste try in Goudse dienst kon drukken door vanuit het losse werk de bal tussen een zogeheten woud van benen net in het trygebied te frommelen : 26-19. De
Spakenburgers beschikken over een goede mentaliteit getuige het slotoffensief. Tot tweemaal toe kon een spurt van de gastheren pas op het allerlaatste moment, op zeer rigoureuze doch effectieve wijze overigens, tot staan gebracht worden. Toch pikte Spakenburg in de allerlaatste minuut een try mee: 26-24. Pas achteraf zullen veel Gouwenaars zich gerealiseerd hebben dat als de conversie gemaakt zou zijn er een toch wel heel teleurstellend gelijkspel behaald zou zijn. De discussies of je dan uberhaupt twee man had moeten uitlenen zouden dan niet van de lucht zijn. Maargoed, RFC Gouda wint en gaat met 5 punten naar huis en ook Spakenburg
zal gezien de omstandigheden zeker niet ontevreden zijn 2 twee punten (minder dan 6 punten verschil en vier tries of meer levert een bonuspunt op).